10 autismevriendelijke tips vanuit eigen ervaringen geschreven en geïnspireerd door het zakboekje autismevriendelijkheid van Sterkmakers in Autisme

Tip 1 : Maak duidelijk wat je bedoelt
Het grootste struikelblok dat ik ervaar is vaak onzekerheid over wat mensen nu eigenlijk verwachten van mij of wat ze bedoelen. Het helpt mij als je concreet en expliciet overbrengt wat je bedoelt. Als je praat, probeer dan verstaanbaar te spreken, en gebruik korte zinnen, zonder kortaf te zijn.
Als dat niet lukt probeer het dan met schriftelijke communicatie. Geef mij ook tijd om te verwerken wat je me probeert duidelijk te maken. Er is zoveel meer mogelijk dat mondelinge of lichamelijke communicatie, gebruik dus wat je ter beschikking hebt (mail, sms, beelden) om je duidelijk te maken.
Geef mij ook tijd om in me op te nemen wat je zegt of schrijft. Probeer je te beperken tot één boodschap of één opdracht per keer, geen opsomming liefst. Maak ook duidelijk met naam en opdracht als je wil dat ik iets doe. Pas je taal aan mijn leeftijd en intelligentie aan. Vermeld bij je grapje dat het een grapje is. Ondertitel je eigen gedrag door te zeggen wat je gaat doen en waarom je dat doet. Vraag me af en toe of het nog duidelijk is.
Tip 2 : Bied voorspelbaarheid
Behalve duidelijkheid over wat je verwacht, gaat het bij mij zoveel vlotter als een overzicht heb van wat er te gebeuren. Denk daarbij bijvoorbeeld aan het Plato-principe.
Vermeld op je overzicht wanneer je start, pauze of einde voorziet. Laat alle informatie waarover je niet zeker bent of ze klopt weg van het overzicht. Voorzie op dit overzicht ook wat de regels of afspraken zijn, en bij wie ik terecht kan als ik vragen heb. Hou je zelf ook aan dit overzicht, en je regels of afspraken.
Tip 3: Zorg voor een zintuigelijk aangepaste omgeving
Het kan zijn dat ik me af en toe moet terugtrekken om te bekomen van de sociale — en zintuiglijke prikkels.
Het liefst doe ik dat in een stille ruimte die daarvoor is ingericht, zodat ik niet moet doen of ik rook of steeds weer naar het toilet moet.
Nog beter is het om de omgeving waarin ik ben zo sober en overzichtelijk mogelijk is ingericht, en als dat niet kan, laat het dan een ruimte waarin duidelijk is wat ik mag verwachten.
Geef me ook de nodige tijd om aan wisselingen in prikkels en aan plotse prikkels te wennen. Vraag me welke prikkels ik storend of net leuk vind.
Tip 4: Geef overzicht
Ik weet graag waar ik aan toe ben en wat er staat te gebeuren. Het liefst heb ik daarvoor een schema zodat ik weet wat we gaan doen, een schema dat zich ergens bevindt waar ik het steeds weer kan terug bekijken. Het is niet erg dat nog niet alles duidelijk is, maar laat me weten wat er nog niet helemaal duidelijk is en wanneer dit wel duidelijk zal zijn.
Ook een overzichtelijke omgeving helpt mij in de zin dat ik dan zonder te moeten vragen weet waar ik waarvoor terecht kan. Eventueel kan dat via uitgestippelde routes die ook op het overzicht staan, net zoals de belangrijkste plekken (onthaal, toilet, in — en uitgang, lift, …).
Het kan zijn dat bepaalde ruimtes multifunctioneel zijn, en daar heb ik vaak moeite mee omdat dit verwarrend is. Het helpt mij te weten welke functie welke ruimte nu heeft.
Het helpt mij ook te weten of ik een vast persoon heb waar ik vragen aan kan stellen en wanneer en hoe deze persoon bereikbaar is.
Tip 5: Geef tijd
Het gebeurt vaak dat ik achterop hink bij een reeks opeenvolgende activiteiten, dat ik dus met mijn hoofd in een vorige activiteit ben en met mijn lichaam al volop in de huidige activiteit. Met veranderingen en wisselen van taken heb ik doorgaans meer tijd nodig dan mij geboden wordt.
Het helpt dus om veranderingen aan te kondigen en als dat niet lukt in schakelmomenten te voorzien om op adem te komen. Het helpt ook om mij bedenktijd te geven, en niet te verwachten dat alles meteen duidelijk is.
Ik heb ook graag een overgangsmoment vlak na mijn aankomst, om te wennen aan de ruimte, of na de pauze om terug actief te worden.
Het helpt bijvoorbeeld ook als iemand me even laat weten dat het einde van de pauze of van een activiteit eraan komt, en ik best afrondt met wat ik bezig ben.
Als je mij belangrijke informatie wil geven, krijg ik die het liefste niet als ik er net ben of als ik op het punt sta te vertrekken. Dan ben ik ofwel nog bezig in mijn hoofd met hoe mijn reis verlopen is, ofwel al bezig met wat er volgt nadat ik ben vertrokken.
Tip 6: Werk met sterke kanten
Hoewel ik graag werk aan wat ik (nog) minder goed kan, heb ik toch liever taken die passen bij wat ik echt goed kan, bij mijn sterktes.
Ik hoef zeker niet minder uitdagingen en/of verantwoordelijkheden te krijgen omdat ik autistisch ben. Ik wordt graag gezien als iemand wiens feedback gevraagd en gebruikt wordt, dat motiveert mij.
Daarnaast krijg ik graag kansen, tijd en ruimte om mijn sterke kanten te kunnen inzetten om de organisatie en het thema te versterken. Als ik je aanspreek voor een gesprek, versta ik dat je daar nu geen tijd voor hebt, maar ik wil wel graag weten wanneer het wel kan, en dat het duidelijk ingepland wordt.
Tip 7: Verruim je blik op autisme
Autistische mensen zijn, nog meer dan anderen, volledig verschillend van elkaar, hoewel hun autisme, hoe verschillend ook, ook gelijkenissen vertoont.
Als we elkaar voor het eerst ontmoeten, vind ik het een positief teken, van vertrouwen en zin om er iets goeds van te maken,, dat er tijd genomen wordt voor een kennismakingsmoment (echter niet met kennismakingsspelletjes of kennismakingsknuffels, wat mij betreft).
Ik heb graag dat je even al wat je denkt te weten over autisme relativeert, en je interesse toont in mijn autismebeleving. Probeer daarom niet alles meteen in te vullen vanuit de eerste indruk of wat je vooraf van mij denkt te weten.
Als ik me volgens jou ongepast, onbeleefd of vreemd gedraag is dat vooral omdat ik onzeker ben, angstig mogelijks, en duidelijkheid en overzicht mis. Ik ben graag in de eerste plaats mens, veeleer dan iemand die een rol vervult, en ik heb behalve verschillende noden ook overeenkomsten met andere autistische personen.
Tot slot hou ik niet van grapjes of stereotypes of clichés zoals ‘iedereen heeft autisme’, en ‘mijn schoonvader heeft ook autisme, hij leest elke dag dezelfde krant op dezelfde stoel’.
Tip 8: Laat je inspireren door de tips gegeven op Tistje.com
Dit zijn onder andere 10 tips om samen leven met autistische mensen aangenamer te maken, 9 tips voor een respectvolle omgang met autistische mensen, 9 mogelijke aanpassingen op het werk vanuit autisme en 10 autismevriendelijke communicatietips.
Tip 9:· Laat je inspireren door ambassadeurs in autisme
Ambassadeurs in autisme zijn mensen die zich via Sterkmakers in Autisme hebben geëngageerd om op te komen voor de noden van mensen met autisme, de sterke kanten van mensen met autisme te benadrukken en tips te geven voor autismevriendelijkheid.
Natuurlijk kan je ook terecht bij een aantal andere autistische personen of betrokkenen, in hun rol als betrokkene van iemand met autisme, die actief en genuanceerd hun eigen ervaringen, kennis en vaardigheden inzetten en delen voor een autismevriendelijk(er) samenleving
Tip 10: Engageer je met het logo ‘autismevriendelijk’
Als organisatie, persoon of mediafiguur kan je via Sterkmakers in Autisme jezelf engageren om autismevriendelijk(er) te werken.
Een aantal bekende en minder bekende personen, organisaties en bedrijven (zie kaart op de website van Sterkmakers) hebben zich intussen al geëngageerd.